112 jaar terug in de tijd
Zondag 26 september
Laatste ochtend Libanon en eigenlijk ’s ochtends al wat droevig dat we dit vriendelijke land zouden verlaten.
Met z’n vijven, de chauffeur en de inderdaad ‘young and handsome’ (omschrijving van de agent) Wissem gereden naar Baalbek. Een rit van ongeveer twee uur door voornamelijk Hezbollah gebied – of in ieder geval sjiitisch, want naast Hezbollah vlaggen hingen er ook iets minder enge vlaggen van de lokale Sjia partij. Die zijn in ieder geval zonder foto’s van martelaren met heilige blikken op hun gezicht.
Wissem, weer een gids van Maronitische stempel, was 22 jaar en studeerde geschiedenis en toerisme. Hij vertelde dat onderwijs in principe verplicht is maar dat de gratis staatsscholen zeer slecht zijn. Als het even kan sturen de ouders van alle geloven hun kinderen naar een christelijke school. Verder geldt er dienstplicht – voor wie studeert is er de vrijheid om de 12 maanden dienstplicht naar keuze ergens tussen je 18e en 25e te doen. Dienstplicht geldt overigens niet als het gezin maar één zoon heeft, waar Wissem (als enige zoon, 5 zussen) erg blij mee was hoewel hij ook wel inzag dat dat een zeer achterhaalde regeling is voor de beter gestelde Libanezen, aangezien daar de zoons echt niet voor het gezinsinkomen zorgen.
Onderweg gestopt in een soort weg-supermarkt waar iedereen proviand voor de rit naar Baalbek haalde. Eerst dachten we nog wat een onzin dat we niet gewoon bij een tentje dichter bij Baalbek koffie konden drinken, mar op theevisite gaan bij de Hezbollah is niet echt ons kopje thee. Wissem praatte nog het makkelijkst van onze gidsen over de religieuze spanningen, maar het blijft duidelijk hoe gevoelig het onderwerp is.
Baalbek zelf is prachtig – kan niet anders zeggen. Het was er snoei heet (wel droge hitte), maar de immense ruïnes kunnen alleen met het woord ‘imposant’ omschreven worden. Het komt vast niet over op de foto’s maar de immense bouwstukken, de grootte van het terrein en het tempelcomplex is gewoon enorm indrukwekkend. Ook heerlijk om dit in eigen tempo te kunnen bezichtigen – Wissen was mee voor uitleg als dat nodig was, maar verder liet hij ons lekker onze eigen gang gaan. Een tijdje op de trap gezeten van dit vroegere Romeins-Phoenicisch complex met overal om mij heen gezang uit de minaretten. Erg mooi.
Na twee uur was het tijd om verder richting grens te vetrekken. Toch spannend eigenlijk, nu we meer weten over de dagelijkse situatie in Libanon en de continue aanwezigheid van Syrische soldaten in het land. De president mag dan een Maroniet zijn maar dat schijnt een vrij symbolische functie te zijn. De premier is soenniet en doet wat Syrië zegt. Tenminste, in de ogen van de Christenen.
Hoe dichter wij de grens naderden, hoe meer troep er op straat lag. De grensformaliteiten zelf verliepen aan de Libaneze kant moeizamer dan om Syrië in te komen. Wissem maakte duidelijk dat hij Syrië niets vindt. Maar wat wil je als dit land in feite jouw eigen land bezet?
Halverwege overgestapt van ons Libanees busje op de Syrische. Wat een contrast: van de aardige, vriendelijke en mooie Wissem naar de zelfingenomen, griezelige, pokdalige Mohammed de Engerd. Interessant hoe hij vertelde over zijn land – het onderhoudt goede contacten met alle andere landen inclusief de VS (soms was het beter, soms wat minder). Dit in een week waarin Syrië onder dwang van de VS een deel van zijn troepen uit Libanon moet halen. Ook vertelde hij dat er ooit zeven duizend joden in Damascus waren, nu 150. niet omdat ze weg moesten maar omdat Israël ze per se terug wilde hebben. Er zijn vele geloven in Syrië en ze bestaan allemaal vredig naast elkaar omdat mensen er gewoon niet over spreken. Dan heb je ook geen spanningen. Dat er tussen Alawieten (de Islamitische stroming waartoe de presidentiele familie behoort) en de overige moslims (die de Alawieten als afvalligen zien omdat ze de 5 pijlers van de Islam niet onderschreven) wel degelijk spanningen zijn wordt doodleuk verzwegen. Weet de gids dat hij onzin vertelt of wil hij het zelf geloven? Of gelooft hij het echt zelf? In Libanon zwijgen ze als het onderwerp gevoelig wordt. In Syrië vertellen ze sprookjes.
Het schijnt dat er de avond van onze aankomst een Hamas leider in Damascus is vermoord (autobom). Het Syrisch artikel in een zogenaamd gerenommeerde Engelstalige krant is veelzeggend.
Eerst naar een heuvel gereden voor een mooi uitzicht over de stad. Op de parkeerplaats veel stelletjes druk aan het ‘praten’ met elkaar in hun auto. Stelt de o zo grappige Mohammed de Engerd voor dat ik vanavond met hem afspreek. Griezel.
Op naar het hotel. Tja. Zeldzaam troosteloos, shabby en slecht onderhouden. Bah. Ook al geen welkomstbriefje van Rosetta want de groep bleek pas die nacht aan te komen, maar dat hoorden we pas om 11 uur ’s avonds terwijl we om halfvijf aan waren gekomen.
Met Jacques en Anouk een geldautomaat gevonden, gemopperd dat we terugwilden naar Beiroet en een plek gevonden in de oude stad om te eten. Daar knapten we erg van op – heel gezellig en erg lekker eten. Toen we daarna nog een uurtje voor de moskee zaten om mensen te bekijken en bekeken te worden werd Damascus een stuk aangenamer. Het stinkt, het is af en toe (in de soek) vies en de mannen kunnen alleen op borsthoogte kijken, maar de vrouwen en vriendelijke mannen zijn erg vriendelijk en dit is wel meer ‘Arabisch’ dan Beiroet – in de zin van minder Westers. Niet veel, maar wel armoede (heel schrijnend mannetje dat voorbijliep met wegrottende voeten) en ook erg kleurrijk. Meer India nog dan Marokko qua sfeer, op het eerste gezicht.
Geëindigd op het dakterras van een hotel met uitzicht op het grote plein en ons hotel. We dachten een biertje besteld te hebben, maar dat bleek alcoholvrij frambozenbier te zijn, plus nootjes getrakteerd door de sjeik die tegenover ons zat, lurkend aan zijn waterpijp. Al met al zijn we in de 112 kilometer van Beiroet naar Damascus 112 jaar terug gegaan in de tijd en beland in 1001 Nacht.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home