2004: Libanon-Syrie-Jordanie

Manon gaat op reis en neemt mee...

zondag, december 05, 2004

potatoes, tomatoes, cucumbers, parsley, lettuce, cabbage, beans...

Dinsdag 28 september
Vroeg op om rond halfacht te kunnen vertrekken naar Palmyra. Het blijkt dat we in Syrië naast de buschauffeur (vriendelijke besnorde man, Abu) ook begeleid worden door een echte gids – mogelijk omdat hij als tolk op kan treden bij controleposten en er daarom niet ter plaatse gidsen geregeld worden? Hoe dan ook, onze gids is tevens leraar en erg enthousiast. Hij heeft een boekwerkje voor ons gemaakt met informatie over Syrië en de plaatsen die we gaan bezoeken. Hij vertelt honderduit in de bus en is daarbij erg volledig, dus niet "Syrië kent intensieve landbouw" maar "in Syrië worden groentes gekweekt: kool, komkommer, tomaat, peterselie, citroenen, appels, bananen, aardappelen, bonen..."
Dit alles hoeft voor ons (M3) niet – waarvoor hebben we anders onze reisgidsen? – maar dat nog tot daaraantoe. Nog storender is wat hij vertelt. De drie uur van Damascus naar Palmyra was een lang propaganda verhaal – over hoe goed het Syrisch onderwijs is, over hoe zelfs in de oudheid de Syriërs zo geweldig waren (bijv. een compleet onbeduidende Syriër die in de 3e eeuw een paar jaar keizer van het half afgebrokkelde Romeinse Rijk was). Pas echt erg werd het met de recente geschiedenis. Heel veel over de Israëlische inmenging in Libanon maar niets over de rol van Syrië. Dat Ariël Sharon één keer door het Israëlische hooggerechtshof oorlogsmisdadiger is genoemd is reden om hem continu als the war criminal Sharon aan te duiden. De Eerste Golf Oorlog vond plaats toen Irak Iran aanviel met Amerikaanse inmenging aan beide zijden. Syrië was toen het enige land dat niet aan de zijde van Irak stond. Pas na afloop zei de rest van de wereld, "Syrië, onze excuses, jullie hadden gelijk". Syrië stelde na de Tweede Golf Oorlog (in het westen foutief de Eerste genoemd) voor dat alle landen in het Midden Oosten gezamenlijk vredesafspraken met Israël zouden maken. Dit omdat ze toen voor het eerst aan dezelfde kant als Israël stonden. Dat was toen ook gelukt behalve dat Arafat een verrader was, evenals later koning Hussein van Jordanië. Enzovoort. Het ging maar door.
De vraag is natuurlijk of hij dit zelf ook gelooft of gedwongen wordt om dit te vertellen. Denkt hij, of denkt de regering, dat ze westerse toeristen kunnen hersenspoelen?
Op een gegeven moment zei hij nog net niet dat het enige land dat deze wereld nog kan redden Syrië is, maar veel scheelde het niet.
Enerzijds interessant om te horen wat hier het officiële verhaal is, anderzijds bijzonder onaangenaam om ernaar te moeten luisteren en je te realiseren dat een houding als deze nooit tot echte vrede in het gebied kan leiden.
Nog één voorbeeld omdat het me zo dwars zit. Napoleon is Nederland in 1800 binnengevallen. Tijdens een rondleiding door NL zal dit eenvoudigweg als historisch feit gepresenteerd worden. Vergelijk dat met de emotie (haat) die gebezigd wordt als de gids vertelt dat Franrkijk Syrië in de jaren ’20 verraden heeft en ten onrechte Groot Syrië heeft opgesplitst in Syrië, Libanon en Irak. Natuurlijk is het Syrische verhaal recenter, maar dan nog is de hoeveelheid emotie verontrustend.
Maar goed, we waren op weg naar Palmyra, waar zich oude Romeinse en Palmyreense opgravingen/ruïnes bevinden. Aan het eind van de ochtend de grafkelders en de tempel van Bel bezocht. Op zich niet onaardig maar het was veel te heet om er echt van te genieten en de gids was erg irritant, dus die probeerden we te vermijden. We toen toch liever alles in eigen tempo dan verplicht datgene bekijken wat de gids je voorschotelt. Voor mijn part mis ik een detail of feitje – laat mij gewoon lekker sfeer proeven!
’s Middags bijgekomen in het hotel en daarna geluncht aan de rotonde van het dorp. Palmyra is een echt woestijnstadje: rechte straten, veel stof, veel toeristenwinkeltjes en restaurants en compleet sfeerloos. Wel erg leuk op de rotonde gezeten, vooral toen twee Nederlandse mannen binnenkwamen van de Ronde Tafel (de jonge Rotary) die een combinatie wereldreis-financiering van goede doelen voor kinderen ondernemen. Ze zijn op 6 mei in China begonnen waar ze bij de gratie gods twee projecten mochten doen (want verder is China natuurlijk helemaal perfect). Toen doorgereisd naar Nepal, India, overgestoken naar Dubai, Oman, Jemen, Saudi Arabië, Jordanië en nu Syrië. Steeds in contact met de lokale bevolking plaatselijke projecten gefinancierd zodat het geld ook echt terechtkomt waar het hoort en projecten hopelijk langer in stand gehouden worden. Het woord Jemen was overigens nog niet genoemd of we vroegen ze honderduit over het land, waar de ene man vol enthousiasme over vertelde. Erg leuk!
Een van de mannen van het restaurant (met erg mooie ogen) gaf ons vervolgens een kopje koffie 'on the house' en zei dat als we vanavond terugkwamen we een kopje bloementhee konden drinken wat speciaal uit deze regio was.
Nog wat op de hotelkamer afgekoeld en de zonsondergang bekeken op de ruines van Palmyra. Aardig, maar niet bijzonder. Wel erg leuk was dat we twee kamelendrijvers tegenkwamen – of beter gezegd, twee bedoeïenen die toeristen op kamelen laten rijden. Het was geen punt dat we niet op de kamelen wilden zitten en we werden uitgenodigd om na de zonsondergang een kopje thee mee te drinken. Dat hebben we dus ook gedaan, niet te lang want ze zijn zo gastvrij dat ze niet zullen zeggen dat ze een lange werkdag hebben gehad en ook naar huis willen. Dus lekker even gezeten, genoten van de rust en toen op ons meest beleefde manier het derde kopje thee afgeslagen zonder hun gastvrijheid te beledigen. Je blijft soms maar 'thank you' zeggen!
’s Avonds rondgekeken voor een leuk restaurant maar dat was er niet, dus eerst een biertje gedronken bij een op zich leuk binnentuintje. Alleen jammer dat onze ober het nodig vond te zeggen dat hij met ons wilde trouwen en maar niet ophield over het onderwerp te praten. O wat grappig dat hij bedoeïen is en met meerdere vrouwen mag trouwen. Zucht.
Daar dus maar niet gegeten en toch maar bij de rotonde beland. Spaghetti gegeten, prima maagvulling, en na ons kopje koffie vroeg de man met de mooie ogen of wij de bloementhee wilden drinken die hij ’s middags had aangeboden. We konden het op het terras drinken of in de koele hoteltuin. Dat laatste klonk erg verleidelijk en hoefde hij geen twee keer te vragen! Wat wij niet wisten is dat we achter hem aan zouden lopen door onverlichte straatjes. Op een gegeven moment werd duidelijk dat hij bedoelde het stukje tuin in de oase – iedere bewoner in Palmyra heeft een stukje palmtuin. Het lag alleen wel erg verlaten, dus toen hij doorhad dat we ons daar ongemakkelijk bij voelden stelde hij voor om in de tuin van zijn oom plaats te nemen, dat nog net aan het eind van een normaal stuk straat lag. Toen we twee jongetjes in de tuin zagen spelen voelde het weer vertrouwd en veilig aan. Achteraf vraag je je af waarom je zo wantrouwend bent geweest, maar drie vrouwen alleen in het donker is normaal gesproken niet echt om aan te raden.
Los van het lastige van de grenzeloze gastvrijheid ("leuk dat we hier nu kamille thee drinken maar hoe komen we hier straks weg?") was het erg geslaagd. Hij liet ons zien dat achter het huis noten gebrand worden (pistache en zonnebloempitten) en dat in de tuin onder andere granaatappels en druiven groeien. Op een gegeven moment hadden we een stilleven op tafel liggen dat niet zou misstaan in een duur interieurtijdschrift (oude tafel, tros druiven, vers geplukte granaatappels en schaal met noten) dat echter niet op de foto is gezet omdat onze gastheer per se een foto van óns wilde nemen. Ach ja.
We hadden de twee jongetjes ansichtkaarten van NL gegeven die ze erg mooi vonden maar ook meteen wilden teruggeven omdat ze hadden geleerd niet zomaar cadeaus aan te nemen – keurig opgevoed dus. Dit in tegenstelling tot de gehaaide jongetjes die bij de toeristische trekpleisters staan in Palmyra.
Nog wat gekletst en na het tweede kopje thee en wat gesprekken over de geneeskrachtige werking van planten (en kamelenmelk) beleefd gezegd dat we vroeg op moesten staan de volgende dag. Wat jammer toch dat je je in dit land continu bewust bent van het feit dat je vrouw bent en dus dit soort uitnodigingen eigenlijk niet hoort te aanvaarden.