2004: Libanon-Syrie-Jordanie

Manon gaat op reis en neemt mee...

woensdag, oktober 13, 2004

"1, 2, 3, 4, 5, 6, Jesus and the rest"

Donderdag 23 september
Om kwart voor negen stonden we paraat voor onze eerste excursie. Moe, brak en vrij zweverig – maar een hele dag iets doen bleek een perfecte remedie.
In plaats van een dagje Beiroet gingen we naar Sidon en Tyrus (Sour), wat eigenlijk voor zaterdag gepland stond. Dit omdat Syrië later deze week een deel van de troepen terugtrekt uit Zuid Libanon en het dan waarschijnlijk niet wenselijk is dan op excursie te gaan met alle spanningen die er nu weer zijn.
In het kort: Libanon kent vier grote bevolkingsgroepen: Maronieten (Christenen), Druzen (mengeling tussen Moslims en Christenen maar ze leven een erg exclusief bestaan), Soennitische Moslims en Sjiieten. Toen de Fransen in de jaren ’50 vertrokken was afgesproken de regering van het land eerlijk te verdelen: de president moest een Maroniet zijn, de premier een Soenniet, de voorzitter van het parlement een Sji’iet enz. in de jaren ’70 ging het economisch slecht met Libanon, de Soennieten en Sjiieten waren veelal landarbeiders, de Maronieten vormden de (veel kleinere) middenklasse die het economisch beter had. Daarnaast moesten zowel de VS, Israël als Syrië zich per se met de situatie bemoeien en zo begon de burgeroorlog.
Die is sinds de jaren ’90 voorbij, maar de spanningen zijn nog voelbaar aldus onze agent en Naïef. Van de 4 miljoen Libanezen is 30% Christen, dus hun oververtegenwoordiging in de ambtenarij en regering wekt weerstand op. Van de 15 miljoen Libanezen buiten Libanon is echter de meerderheid Maroniet en erg rijk. Problemen dus.
Daarnaast moet op dit moment Syrië van de Verenigde Staten een deel van de troepen in Zuid Libanon terugtrekken – daar gestationeerd tegen Israël én om een stevige vinger in de pap te hebben in de Libanese regering. De Soennitische premier is in feite een marionet van Syrië; de Maronitische president heeft weinig echte bevoegdheden.

Vandaag dus op naar Sidon en Tyrus, twee oude plaatsjes in zuidelijk Libanon.
In Sidon een middeleeuws kruisvaardersburcht bezocht aan zee (mooi) en de soek (prachtig) en een zeepfabriekje waar ze nog handmatig zeep maken. We kregen weinig tijd om alles zelf te verkennen omdat naast Jacques en Anouk ook 3 Canadezen erbij waren (nou ja, 2 Canadezen (Basil en Jackie) en 1 Britse (José, de zus van Basil – maar de agent had het steeds over 3 Canadezen, dus vandaar). Erg leuke mensen maar Naïef had haast en met z’n negenen een stadje bekijken lukt dus niet. Wel opvallend vriendelijke mensen in Sidon en ik had er graag langer gelopen.
Op naar de Romeinse opgravingen in Tyrus. Best aardig maar midden op de dag bijna niet te doen, zo stikheet was het. Dan merk je ook dat je eigenlijk te moe bent om wat tot je te nemen.
Ook best indrukkwekkend allemaal – niet zozeer Tyrus, maar heel zuid Libanon. Werkelijk overal hangen posters van de (Sjiitische) Hezbollah, die veel aanhang heeft onder de Palestijnen die in de vluchtelingenkampen in het zuiden wonen. We kunnen de leuzen niet lezen, maar wat maar al te duidelijk was, waren de portretten van martelaren – soms geestelijken, maar ook heel veel jonge mannen en jongens, omgeven door een stralend aura en rode roos. Op z’n zachtst uitgedrukt niet erg prettig.
Ook duidelijk was dat Naïef, zelf Maroniet, er niet graag over praat. Voor ons is het misschien fascinerend of interessant, voor hem natuurlijk de dagelijkse realiteit. De verheerlijking van marterlaren was in ieder geval heel bevreemdend. Ook veel kogelgaten overal en verwoeste huizen uit de tijd van de burgeroorlog. En natuurlijk heel veel Syrische soldaten. Lekker.
Tussen dit alles overheerlijk geluncht aan zee in Tyrus – mezze (Libaneze voorgerechtjes) en vis met fruit na. Heel, heel erg lekker.
Doorgereden naar Qana wat het echte Kanaän zou zijn, waar Jezus water in wijn toverde. Tja. Misschien is het zo dat Kanaän niet in Palestina ligt en dat Jezus hier heeft rondgelopen, dat kan best. Maar dat de apostelen het jaar na zijn dood langskwamen om afbeeldingen in steen uit te hakken lijkt mij stug. Het was inmiddels overduidelijk dat Naïef er een Maronitische dag van wilde maken (we hadden al een Maronitische kerk bezocht, maar bijv. geen moskee). Leuk hoor die afbeelding van het Laatste Avondmaal (see the apostles 1, 2, 3, 4, 5, 6, Jesus and the rest) en de schaduw van Maria, maar het landschap om ons heen deed me veel meer. Prachtig ruig!
Teruggereisd naar Beiroet want de bus moest om 5 uur iemand op het vliegveld afhalen. Die persoon heeft mooi wat langer kunnen wachten want pas om 6 uur kwamen we eindelijk aan bij ons hotel (2 uur gedaan over 80km), waar we in de Duke of Wellington pub een fikse pul bier hebben gedronken met Anouk en Jacques. Oeps, vergeten dat het een Engelse pub is met Engelse maten. Nou ja.
Toen kregen we de hoteldeur niet open terwijl we hoognodig naar het toilet moesten. Na een kwartier prutsten gelukkig geholpen door de conciërge!
Conclusie na één dagje Libanon: ik voel me hier helemaal thuis! Het is lekker chaotisch, vriendelijk en bedrijvig. Heerlijk!

Ik weet niet wat we ’s avonds van plan waren, maar de lunch was zo uitgebreid (en laat) dat we geen van drieën trek hadden in eten. We hadden ook nog aardig wat slaap in te halen. Dus naar de pub beneden voor één slaapmutsje. Marina daarna naar boven, maar ja, de leuke barjongen (Bashir) vertelde dat hij een veel lekkerdere Cuba Libre kon maken dan de rum cola die we gedronken hadden. Nou, dat hebben we geweten: een pint glas gevuld met rum, tequila, triple sec, citroenwater en ergens nog een vleugje cola. Dat hakte er behoorlijk in. Aangezien niets zo stom is als twee aangeschoten vrouwen aan de bar heeeeel lang over ons drankje gedaan en serieuze gesprekken geprobeerd te voeren, ha ha. Erg leuk om de mensen om ons heen te observeren, zoals het Italiaanse meisje dat verliefd is op Bashir. Maar hoe de Lonely Planet erbij komt dat de pub bevolkt wordt door journalisten is ons een raadsel – niet gezien in ieder geval! Uiteindelijk laat, en giechelend, ons bed in gedoken…