2004: Libanon-Syrie-Jordanie

Manon gaat op reis en neemt mee...

dinsdag, mei 20, 2008

Even iets overzichtelijker...

Tja, dat krijg je met zo'n vakantieblog: na de vakantie wordt het niet meer bijgewerkt.

Maar goed, voor het gemak: een link naar de foto's van deze vakantie is hier te vinden en de reismails gestuurd tijdens de vakantie zijn te lezen op deze, deze en deze pagina's.

De teksten hieronder zijn fragmenten van mijn reisdagboek. Ze houden op in Aleppo, Syrie, en ik zou ze inmiddels wel kunnen aanvullen (het complete reisverslag is al lang af) maar eigenlijk is dit wel een mooie en indrukwekkende dag om mee te eindigen... :-)

Ik kan de reis nog steeds aanraden: Libanon was elegant, verfijnd en indrukwekkend bezig met de wederopbouw na de burgeroorlog (helaas voor een groot deel in de afgelopen jaren weer teniet gedaan); Syrie voelde enerzijds wat 'zwaar' omdat je merkte dat er een beperkte vrijheid van meningsuiting was, maar daar staat tegenover dat de gastvrijheid in het land overweldigend was. We zijn zelden zo vaak op de thee uitgenodigd als in deze vakantie in Syrie. En dan Jordanie: weinig bevolkingsdichtheid buiten de hoofdstad Amman, een rijke, bijna tastbare (Bijbelse) geschiedenis en enerzijds heel modern, maar dan toch ook wel de grote contrasten (veel arme bedoeinen die gedwongen door de overheid in huizen zijn gestopt en je komt bijna geen vrouw in het openbaar tegen). Juist al deze contrasten en onderlinge verschillen tussen de landen maakten deze reis zo bijzonder. Wat mij betreft een aanrader!

zondag, december 05, 2004

"Do you like Aleppo?"

Donderdag 30 september
Dagje Aleppo. Niet al te vroeg opgestaan, rond 10 uur naar het postkantoor gelopen, toen naar de bank en daarna ISO 9001 gecertificeerde cappuccino gedronken ("we realise that quality is a never-ending journey") voordat we naar de soek wandelden. Volgens onze reisbegeleidster is dit een ‘soek voor gevorderden’ maar wij vonden het moeilijker de soek te vinden dan om erin te verdwalen!
Heel toevallig kwamen we al vrij snel bij de waterpijpsoek war Marjan en Marina erg mooie waterpijpen gekocht hebben. Het was gewoon een plaatselijk winkeltje (de eigenaar sprak geen Engels en wist zich geen goed raad met toeristen; afdingen zat er al helemaal niet bij) en we werden erg goed geholpen. Er werd zelfs voorgedaan hoe je de waterpijp in elkaar moet zetten zodat we niet straks met een bouwpakket zonder gebruiksaanwijzing zitten. Sterker nog, de andere aanwezigen in de winkel mochten niet helpen toen Marjan voor moest doen hoe ze alle losse onderdelen weer in elkaar schroefde!
Doorgeslenterd door de overdekte straatjes – een leuke sfeer, leuke winkeltjes, maar geen doolhof.
Tijd om wat te drinken maar we konden niks vinden en het was te heet om buiten te blijven, dus bij het dichtstbijzijnde toeristenhotel neergeploft buiten de soek. Opgeknapt na een cola, besloten we naar het park bij ons hotel te lopen om daar de ansichtkaarten te schrijven. Een beetje mank lopende jongen die niet helemaal 100% was haalt ons in en loopt voor ons uit. Bij het stoplicht staat hij ineens achter mij en net als ik wil oversteken grijpt hij mij in de billen en holt snel weg.
Wat een ongelooflijke griezel. Ik schrok enorm omdat het zo onverwacht was en hoewel het niet meer was dan een knijp in de billen voelt het toch als een aantasting van je integriteit, ook al klinkt dat zwaar uitgedrukt. De jongen was natuurlijk niet helemaal normaal en kan vast niet makkelijk een meisje vinden in dit land, maar wat is dit voor een gestoord gebied dat ze denken dat ze dit bij Westerse vrouwen kunnen doen?
Overdrijf ik? Nog geen half uur later overkomt Marjan precies hetzelfde (jongen met schaal met brood op zijn hoofd loopt ons tegemoet en knijpt in haar borsten). We waren nu iets beter voorbereid, dus deze jongen helemaal uitgescholden. Engerds.
En dan toch typisch Syrië: stapt een oudere heer af op Marjan en biedt uitvoerig zijn excuses aan voor wat er was gebeurd, dat hij het heel erg vond dat een van zijn landgenoten dit heeft gedaan.
Enigszins geschrokken in het park een leuk bankje in de schaduw gevonden, waar een tienerjongen vol hormonen gluurde naar de Avant Garde (wat een ‘sexy vrouwen’ toch in dat blad, maar niet heus). Hoezo seksueel gefrustreerd land?!
Op dit moment hadden we het echt helemaal gehad met Aleppo. Grauwe stad, geen klap aan en dan ook nog eens mannen die denken dat ze aan je mogen zitten, terwijl de vrouwen ons gewoonweg negeren. En dat terwijl we een lange broek en blouse met lange mouwen aan hadden!
En dan net als je niks leuks aan Aleppo kunt ontdekken, komt er een Koerdische vrouw naast je zitten met haar nichtje en drie kinderen. Helaas sprak zij geen Engels en is ons Koerdisch ook niet meer wat het geweest is, maar via gebaren heette ze ons welkom, gaf ons een handvol zonnebloempitten (nog met schil eromheen, dus dat eet niet handig) en nodigde ons uit om bij haar thuis te komen eten. Hadden we heel graag gedaan, maar aangezien we elkaar niet konden verstaan leek ons dat niet erg handig. Jammer, maar helaas.
Vervolgens kwam er een oud tantetje bij ons zitten (type keurig verzorgde Française met geruit rokje) en vraagt "do you like Aleppo?". Wij heel beleefd positief antwoordend, waarop zij verbaasd uitroept, "really? You like Aleppo? I hate it!". Nou wij ook dus. Toen werd het even wat ingewikkeld, want de Koerdische vroeg haar om wat zinnen te vertalen, terwijl dat tantetje al onze aandacht voor zichzelf wilde. Nog even met beiden gekletst en zodoende een prettige afsluiting van een verder waardeloze dag.
Naar het Baron’s Hotel gelopen voor een biertje en om bij te komen van de schrik van vanmiddag. Marina liep achter ons want hoe stom het ook klinkt, Marjan en ik voelden ons gewoon niet prettig met al die mannen om ons heen op straat. Iedereen ziet er dan verdacht uit en jongens of mannen die niet helemaal 100% leken liepen we met een enorme boog omheen.
Omgekleed en superchique (euh, voor vakantie begrippen dan) gewandeld naar het Beit El Wakil restaurant – we hadden nog wel een goede maaltijd verdiend! Heel leuk hoe het personeel ons herkende en echt een geweldige maaltijd weer gehad. Inclusief fles wijn, biertje, koffie en een toetje kwamen we op iets van 12 euro per persoon. Jammer dat we er geen foto’s hebben genomen want het zag er echt sprookjesachtig mooi uit!

Zwijgen in Hama

Woensdag 29 september
Uitgeslapen en rond halftien vertrokken naar Aleppo via een bedoeïenenhuisje, Homs en Hama.
Het bezoek aan het bedoeïenendorpje (bijenkorf-vormige lemen hutjes) was op zich een leuke uitruil (inkomsten voor hen als betaling voor de thee, een kijkje in een echt huisje voor ons) ware het niet dat onze gids wat neerbuigend deed.
Homs was ook niets bijzonders – gestopt voor de moskee waar wij drietjes niet in zijn gegaan, even kort gesproken met een paar dames die in de schaduw op een muurtje zaten en vervolgens een shaggie gerookt naast een dame in het zwart die ook aan het roken was. Als zij in het openbaar mocht roken, dan mochten Marjan en Marina dat ook.
Toen Hama, een plaatsje beroemd om zijn middeleeuwse waterraden die gebruikt werden om het omliggende gebied te irrigeren. Mooi om te zien maar vooral ook stuitend om foto’s en afbeeldingen van Assad bij deze noria’s te zien. In 1982 sloeg hij namelijk uiterst bloedig een opstand neer en liet zijn broer de stad bombarderen, met als gevolg dat niet alleen veel van de waterraden werden vernietigd en een aantal opstandelingen gedood, maar ook vele duizenden onschuldige mensen omkwamen. Hoe moet dat wel niet zijn voor het dorp dat er nu overal afbeeldingen van de verantwoordelijke vroegere president en zijn zoon hangen? Uiteraard vertelt onze gids hier niets over maar dat hadden onze reisgidsen ook al gemeld – iedereen weet het, niemand praat erover. Fijn, zo’n ontspannen sfeer waarin iedereen gewoon kan praten.
Geluncht onder het gekreun van een draaiende noria (typisch gerecht voor deze streek geprobeerd, lamsvlees met rijst in zure melk – geen aanrader!) en toen eindelijk doorgereden naar Aleppo.
Ik weet niet wat ik mij van Aleppo had voorgesteld maar het is vooral grauw. Grauw van al het stof en zand – zelfs de bomen zijn er niet echt groen.
Prima hotelletje, moe, dus even rondgelopen op zoek naar een internetcafé (niet gevonden) en toen per toeval terechtgekomen bij het restaurant waar we naar op zoek waren: Beit El Wakil, een voormalig Grieks Orthodox weeshuis in de Armeense wijk van de stad. Het restaurant bevindt zich in de voormalige binnenplaats van het weeshuis en ziet er gewoon schitterend uit. Zo mooi zelfs dat toen we de menukaart lazen en er geen prijzen op stonden, we erg bezorgd waren of we de maaltijd zouden kunnen betalen. Vijf-sterren bediening (stoel aangeschoven, water inschenken alsof het dure wijn is, zeer vriendelijke maar uiterst correcte bediening door maître d’s, kelners, hulpjes enz.) en ook nog eens erg lekker eten. En ja, zeer betaalbaar – een lachertje eigenlijk.

potatoes, tomatoes, cucumbers, parsley, lettuce, cabbage, beans...

Dinsdag 28 september
Vroeg op om rond halfacht te kunnen vertrekken naar Palmyra. Het blijkt dat we in Syrië naast de buschauffeur (vriendelijke besnorde man, Abu) ook begeleid worden door een echte gids – mogelijk omdat hij als tolk op kan treden bij controleposten en er daarom niet ter plaatse gidsen geregeld worden? Hoe dan ook, onze gids is tevens leraar en erg enthousiast. Hij heeft een boekwerkje voor ons gemaakt met informatie over Syrië en de plaatsen die we gaan bezoeken. Hij vertelt honderduit in de bus en is daarbij erg volledig, dus niet "Syrië kent intensieve landbouw" maar "in Syrië worden groentes gekweekt: kool, komkommer, tomaat, peterselie, citroenen, appels, bananen, aardappelen, bonen..."
Dit alles hoeft voor ons (M3) niet – waarvoor hebben we anders onze reisgidsen? – maar dat nog tot daaraantoe. Nog storender is wat hij vertelt. De drie uur van Damascus naar Palmyra was een lang propaganda verhaal – over hoe goed het Syrisch onderwijs is, over hoe zelfs in de oudheid de Syriërs zo geweldig waren (bijv. een compleet onbeduidende Syriër die in de 3e eeuw een paar jaar keizer van het half afgebrokkelde Romeinse Rijk was). Pas echt erg werd het met de recente geschiedenis. Heel veel over de Israëlische inmenging in Libanon maar niets over de rol van Syrië. Dat Ariël Sharon één keer door het Israëlische hooggerechtshof oorlogsmisdadiger is genoemd is reden om hem continu als the war criminal Sharon aan te duiden. De Eerste Golf Oorlog vond plaats toen Irak Iran aanviel met Amerikaanse inmenging aan beide zijden. Syrië was toen het enige land dat niet aan de zijde van Irak stond. Pas na afloop zei de rest van de wereld, "Syrië, onze excuses, jullie hadden gelijk". Syrië stelde na de Tweede Golf Oorlog (in het westen foutief de Eerste genoemd) voor dat alle landen in het Midden Oosten gezamenlijk vredesafspraken met Israël zouden maken. Dit omdat ze toen voor het eerst aan dezelfde kant als Israël stonden. Dat was toen ook gelukt behalve dat Arafat een verrader was, evenals later koning Hussein van Jordanië. Enzovoort. Het ging maar door.
De vraag is natuurlijk of hij dit zelf ook gelooft of gedwongen wordt om dit te vertellen. Denkt hij, of denkt de regering, dat ze westerse toeristen kunnen hersenspoelen?
Op een gegeven moment zei hij nog net niet dat het enige land dat deze wereld nog kan redden Syrië is, maar veel scheelde het niet.
Enerzijds interessant om te horen wat hier het officiële verhaal is, anderzijds bijzonder onaangenaam om ernaar te moeten luisteren en je te realiseren dat een houding als deze nooit tot echte vrede in het gebied kan leiden.
Nog één voorbeeld omdat het me zo dwars zit. Napoleon is Nederland in 1800 binnengevallen. Tijdens een rondleiding door NL zal dit eenvoudigweg als historisch feit gepresenteerd worden. Vergelijk dat met de emotie (haat) die gebezigd wordt als de gids vertelt dat Franrkijk Syrië in de jaren ’20 verraden heeft en ten onrechte Groot Syrië heeft opgesplitst in Syrië, Libanon en Irak. Natuurlijk is het Syrische verhaal recenter, maar dan nog is de hoeveelheid emotie verontrustend.
Maar goed, we waren op weg naar Palmyra, waar zich oude Romeinse en Palmyreense opgravingen/ruïnes bevinden. Aan het eind van de ochtend de grafkelders en de tempel van Bel bezocht. Op zich niet onaardig maar het was veel te heet om er echt van te genieten en de gids was erg irritant, dus die probeerden we te vermijden. We toen toch liever alles in eigen tempo dan verplicht datgene bekijken wat de gids je voorschotelt. Voor mijn part mis ik een detail of feitje – laat mij gewoon lekker sfeer proeven!
’s Middags bijgekomen in het hotel en daarna geluncht aan de rotonde van het dorp. Palmyra is een echt woestijnstadje: rechte straten, veel stof, veel toeristenwinkeltjes en restaurants en compleet sfeerloos. Wel erg leuk op de rotonde gezeten, vooral toen twee Nederlandse mannen binnenkwamen van de Ronde Tafel (de jonge Rotary) die een combinatie wereldreis-financiering van goede doelen voor kinderen ondernemen. Ze zijn op 6 mei in China begonnen waar ze bij de gratie gods twee projecten mochten doen (want verder is China natuurlijk helemaal perfect). Toen doorgereisd naar Nepal, India, overgestoken naar Dubai, Oman, Jemen, Saudi Arabië, Jordanië en nu Syrië. Steeds in contact met de lokale bevolking plaatselijke projecten gefinancierd zodat het geld ook echt terechtkomt waar het hoort en projecten hopelijk langer in stand gehouden worden. Het woord Jemen was overigens nog niet genoemd of we vroegen ze honderduit over het land, waar de ene man vol enthousiasme over vertelde. Erg leuk!
Een van de mannen van het restaurant (met erg mooie ogen) gaf ons vervolgens een kopje koffie 'on the house' en zei dat als we vanavond terugkwamen we een kopje bloementhee konden drinken wat speciaal uit deze regio was.
Nog wat op de hotelkamer afgekoeld en de zonsondergang bekeken op de ruines van Palmyra. Aardig, maar niet bijzonder. Wel erg leuk was dat we twee kamelendrijvers tegenkwamen – of beter gezegd, twee bedoeïenen die toeristen op kamelen laten rijden. Het was geen punt dat we niet op de kamelen wilden zitten en we werden uitgenodigd om na de zonsondergang een kopje thee mee te drinken. Dat hebben we dus ook gedaan, niet te lang want ze zijn zo gastvrij dat ze niet zullen zeggen dat ze een lange werkdag hebben gehad en ook naar huis willen. Dus lekker even gezeten, genoten van de rust en toen op ons meest beleefde manier het derde kopje thee afgeslagen zonder hun gastvrijheid te beledigen. Je blijft soms maar 'thank you' zeggen!
’s Avonds rondgekeken voor een leuk restaurant maar dat was er niet, dus eerst een biertje gedronken bij een op zich leuk binnentuintje. Alleen jammer dat onze ober het nodig vond te zeggen dat hij met ons wilde trouwen en maar niet ophield over het onderwerp te praten. O wat grappig dat hij bedoeïen is en met meerdere vrouwen mag trouwen. Zucht.
Daar dus maar niet gegeten en toch maar bij de rotonde beland. Spaghetti gegeten, prima maagvulling, en na ons kopje koffie vroeg de man met de mooie ogen of wij de bloementhee wilden drinken die hij ’s middags had aangeboden. We konden het op het terras drinken of in de koele hoteltuin. Dat laatste klonk erg verleidelijk en hoefde hij geen twee keer te vragen! Wat wij niet wisten is dat we achter hem aan zouden lopen door onverlichte straatjes. Op een gegeven moment werd duidelijk dat hij bedoelde het stukje tuin in de oase – iedere bewoner in Palmyra heeft een stukje palmtuin. Het lag alleen wel erg verlaten, dus toen hij doorhad dat we ons daar ongemakkelijk bij voelden stelde hij voor om in de tuin van zijn oom plaats te nemen, dat nog net aan het eind van een normaal stuk straat lag. Toen we twee jongetjes in de tuin zagen spelen voelde het weer vertrouwd en veilig aan. Achteraf vraag je je af waarom je zo wantrouwend bent geweest, maar drie vrouwen alleen in het donker is normaal gesproken niet echt om aan te raden.
Los van het lastige van de grenzeloze gastvrijheid ("leuk dat we hier nu kamille thee drinken maar hoe komen we hier straks weg?") was het erg geslaagd. Hij liet ons zien dat achter het huis noten gebrand worden (pistache en zonnebloempitten) en dat in de tuin onder andere granaatappels en druiven groeien. Op een gegeven moment hadden we een stilleven op tafel liggen dat niet zou misstaan in een duur interieurtijdschrift (oude tafel, tros druiven, vers geplukte granaatappels en schaal met noten) dat echter niet op de foto is gezet omdat onze gastheer per se een foto van óns wilde nemen. Ach ja.
We hadden de twee jongetjes ansichtkaarten van NL gegeven die ze erg mooi vonden maar ook meteen wilden teruggeven omdat ze hadden geleerd niet zomaar cadeaus aan te nemen – keurig opgevoed dus. Dit in tegenstelling tot de gehaaide jongetjes die bij de toeristische trekpleisters staan in Palmyra.
Nog wat gekletst en na het tweede kopje thee en wat gesprekken over de geneeskrachtige werking van planten (en kamelenmelk) beleefd gezegd dat we vroeg op moesten staan de volgende dag. Wat jammer toch dat je je in dit land continu bewust bent van het feit dat je vrouw bent en dus dit soort uitnodigingen eigenlijk niet hoort te aanvaarden.

vrijdag, december 03, 2004

Brokaat, glas en Hassan van Duin

Maandag 27 september
Dagje Damascus. Lekker dagje Damascus zelfs!
’s Ochtends op zoek gegaan naar de glasblaas- en brokaatfabriek waar Marina over gelezen had in het boekje "" Te Gast In...". Die lagen beiden aan de andere kant van de oude stad, dus op zoek gegaan naar Straight Street omdat dat ons de handigste route leek (in plaats van dwalen door de leuke steegjes van de souk). Het was stik heet en omdat we in eigen tempo konden gaan, eerst gestopt voor een kopje koffie op een leuk pleintje aan het begin van de stad. Gezeten in het enige strookje schaduw, nog steeds bloedheet, en via hoofdknikken en gebaren een beetje contact gelegd met twee dames die bij ons kwamen zitten.
Wij dachten effe naar de andere kant te lopen, maar het was al met al toch nog een aardige wandeling, waarbij we allerlei winkels tegen kwamen die we ‘later’ nog zouden bezoeken. Eindelijk de oostelijke stadspoort bereikt en toen kwam de reisgids goed van pas, want de brokaatfabriek lag echt in een afgelegen steegje in een soort industriegebied met ongeasfalteerde paden. Een buurt waar je anders als toerist nooit naartoe zou lopen. Het was allemaal wat vaag, maar gelukkig kwam er een jongen aan die Engels sprak en de kleinzoon van de oprichter van de fabriek bleek te zijn. Hij gaf ons een rondleiding door de fabriekshal en liet zien hoe van ruwe zijde garen worden gesponnen en uiteindelijk de meest prachtige stoffen gewoven worden. De patronen van de weefgetouwen zijn ponskaarten dus de machines werken als een soort draaiorgels. De reisgids had vermeld dat de werknemers allemaal 65+ zijn en dat klopte aardig. Echt winstgevend schijnt het allemaal niet meer te zijn, maar ik hoop dat het ze lukt dit in stand te houden al is het maar voor het cultureel erfgoed. Erg leuk om er rond te lopen, vooral ook omdat iedereen heel vriendelijk was en je vrij uit foto’s kon nemen.
In het kantoortje vertelde de kleinzoon dat hij in Cambridge had gestudeerd (of was het Oxford?) en dat de fabriek onder meer stof leverde aan Harrods. Ze hadden ook stof geweven voor de trouwjurk van koningin Elizabeth. Marina heeft een lapje gekocht waarvan ze nog niet precies weet wat ze ervan gaat maken, zelf vond ik het allemaal vooral erg kunstig maar mooi is anders.
Het steegje uit en weer een paar andere vage steegjes in, totdat we voor de deur stonden van de glasblaasfabriek. De grote fabriek staat elders, dit was meer een locatie waar ze toeristen konden laten zien hoe de glazen worden geblazen. Ik vraag me alleen af hoe vaak hier toeristen komen, want het adres staat niet in de gewone reisgidsen en de locatie oogt in eerste instantie weinig toegankelijk. Ook hier werden we hartelijk welkom geheten en konden we plaatsnemen op bankjes, met uitzicht op twee glasblazers aan het werk bij snoeihete ovens, terwijl het buiten ook al niet te harden was. Leuk detail: boven op de ovens stonden glazen kruiken met water zodat er altijd verse thee gezet kon worden. Kijk, da’s nou efficiënt. Alle producten worden van kringloopglas gemaakt, die gesorteerd en gebroken wordt door een nogal triestig uitziende vrouw. Per maand een andere kleur glas en de producten varieerden van schitterende glazen tot protserige ijscoupes en kroonluchters. Terwijl wij lekker van onze thee genoten, kocht een Libanese Amerikaan de halve winkel leeg. Nou ja, wij hebben ook 3 sets mooie glazen gekocht!

Vervolgens terug de souk in en heerlijk geluncht in de christelijke wijk. Doorgewandeld naar de grote (Omayyaden) moskee. Daar werd ons hele mens-zijn van ons afgenomen en mochten we als persoonlijkheidsloze wezens in grijze habijten rondkijken. We zijn geen van drie echt gedweeë types en gecombineerd met de hitte werden we nogal opstandig van onze synthetische capes. De wijze waarop de doeken die ons voor de mannen moesten verhullen werden toegesmeten hielp ook niet echt om ons milder te stemmen. Toch grappig dat contrast tussen de super aardige gewone mensen die je tegenkomt en dan snauwerige en vervelende officials – politiemannen die je met hun ogen uitkleden versus Iraanse toeristes in het zwart die de hotelportier vragen om in het Engels te vertalen dat ze ons welkom heten. In het algemeen komen mensen enorm nieuwsgierig over en hun vriendelijkheid voelt oprecht.
’s Avonds met de hele groep gegeten. Niet echt veel contact gemaakt of namen onthouden. Iedereen behalve wij, Jacques en Anouk, ging om halfelf weg, wij bleven voor de entertainment: muziek, derwish danser, en het Hassan van Duin cabaret. De Syriërs om ons heen lagen in een deuk om Hassan (gekleed als gesluierde vrouw met cola blikjes voor borsten, als sjeik, als negerin, ha ha wat een lol). Wij zaten op een verhoging met ongeveer 15-20 anderen: 5 dames uit Jordanië, zeer elegant gekleed, sommigen met sjaals om en allen zeer vriendelijk en volop aan het genieten van hun idool ("hij keek naar me!!!"); achter in de hoek een Syrisch gezin met ordinair geklede tienermeiden (te strakke truitjes en broeken, geblondeerd haar – een blik van verstandhouding werd hierop uitgewisseld tussen ons en de Jordaanse dames); en links van ons twee mannen met in totaal drie geheel gesluierde dames die zeer ingewikkeld aten omdat ze steeds het flapje stof voor hun gezicht moesten optillen. Geen idee of zij van de entertainment genoten – wat vinden zij van zo’n cabaret act over de wulpse kleding die ze onder hun zwarte lappen aan zouden hebben? Voelen zij zich in de maling genomen?
Marina en Marjan genoten van de waterpijp (met appeltjestabak) en zo hebben we nog een tijdje doorgebracht. Geen idee waar de cabaretier het over had, maar een deel van het publiek lag in een deuk en reageerde als gillende tieners op een superster. Mohammed de Engerd was er ook bij maar kwam gelukkig niet bij ons zitten.
Rond halféén vertrokken, komen we op straat en groep zwaardmannen tegen in klederdracht, die bezig waren promotie foto’s te maken. Dus wij willen foto’s van hen nemen, willen zij ons op de foto nemen! Erg veel lol dus en wie weet eindigen we ergens op een "welcome to Syria" campagne.

woensdag, oktober 27, 2004

Foto's!!!

Nou, ik heb een hele kleine selectie van onze foto's hier geplaatst. Al had ik al onze 20 rolletjes van 36 online gezet, dan had het nog geen goede weergave gegeven van onze vakantie. Niet alleen omdat je de geluiden niet hoort, de geuren niet ruikt en de sfeer niet proeft, maar ook omdat we de meeste mensen die we gesproken hebben - en die onze vakantie zo bijzonder hebben gemaakt - niet op de foto hebben gezet. Gewoon omdat het wel erg onbeleefd overkomt om een lens in iemands gezicht te douwen als je net een goed gesprek hebt gehad.


Zo, nu ik klaar ben de foto's af te kraken wil ik toch zeggen dat het best leuk is ze te gaan bekijken hoor... :-))))

zaterdag, oktober 23, 2004

112 jaar terug in de tijd

Zondag 26 september
Laatste ochtend Libanon en eigenlijk ’s ochtends al wat droevig dat we dit vriendelijke land zouden verlaten.
Met z’n vijven, de chauffeur en de inderdaad ‘young and handsome’ (omschrijving van de agent) Wissem gereden naar Baalbek. Een rit van ongeveer twee uur door voornamelijk Hezbollah gebied – of in ieder geval sjiitisch, want naast Hezbollah vlaggen hingen er ook iets minder enge vlaggen van de lokale Sjia partij. Die zijn in ieder geval zonder foto’s van martelaren met heilige blikken op hun gezicht.
Wissem, weer een gids van Maronitische stempel, was 22 jaar en studeerde geschiedenis en toerisme. Hij vertelde dat onderwijs in principe verplicht is maar dat de gratis staatsscholen zeer slecht zijn. Als het even kan sturen de ouders van alle geloven hun kinderen naar een christelijke school. Verder geldt er dienstplicht – voor wie studeert is er de vrijheid om de 12 maanden dienstplicht naar keuze ergens tussen je 18e en 25e te doen. Dienstplicht geldt overigens niet als het gezin maar één zoon heeft, waar Wissem (als enige zoon, 5 zussen) erg blij mee was hoewel hij ook wel inzag dat dat een zeer achterhaalde regeling is voor de beter gestelde Libanezen, aangezien daar de zoons echt niet voor het gezinsinkomen zorgen.
Onderweg gestopt in een soort weg-supermarkt waar iedereen proviand voor de rit naar Baalbek haalde. Eerst dachten we nog wat een onzin dat we niet gewoon bij een tentje dichter bij Baalbek koffie konden drinken, mar op theevisite gaan bij de Hezbollah is niet echt ons kopje thee. Wissem praatte nog het makkelijkst van onze gidsen over de religieuze spanningen, maar het blijft duidelijk hoe gevoelig het onderwerp is.
Baalbek zelf is prachtig – kan niet anders zeggen. Het was er snoei heet (wel droge hitte), maar de immense ruïnes kunnen alleen met het woord ‘imposant’ omschreven worden. Het komt vast niet over op de foto’s maar de immense bouwstukken, de grootte van het terrein en het tempelcomplex is gewoon enorm indrukwekkend. Ook heerlijk om dit in eigen tempo te kunnen bezichtigen – Wissen was mee voor uitleg als dat nodig was, maar verder liet hij ons lekker onze eigen gang gaan. Een tijdje op de trap gezeten van dit vroegere Romeins-Phoenicisch complex met overal om mij heen gezang uit de minaretten. Erg mooi.
Na twee uur was het tijd om verder richting grens te vetrekken. Toch spannend eigenlijk, nu we meer weten over de dagelijkse situatie in Libanon en de continue aanwezigheid van Syrische soldaten in het land. De president mag dan een Maroniet zijn maar dat schijnt een vrij symbolische functie te zijn. De premier is soenniet en doet wat Syrië zegt. Tenminste, in de ogen van de Christenen.

Hoe dichter wij de grens naderden, hoe meer troep er op straat lag. De grensformaliteiten zelf verliepen aan de Libaneze kant moeizamer dan om Syrië in te komen. Wissem maakte duidelijk dat hij Syrië niets vindt. Maar wat wil je als dit land in feite jouw eigen land bezet?
Halverwege overgestapt van ons Libanees busje op de Syrische. Wat een contrast: van de aardige, vriendelijke en mooie Wissem naar de zelfingenomen, griezelige, pokdalige Mohammed de Engerd. Interessant hoe hij vertelde over zijn land – het onderhoudt goede contacten met alle andere landen inclusief de VS (soms was het beter, soms wat minder). Dit in een week waarin Syrië onder dwang van de VS een deel van zijn troepen uit Libanon moet halen. Ook vertelde hij dat er ooit zeven duizend joden in Damascus waren, nu 150. niet omdat ze weg moesten maar omdat Israël ze per se terug wilde hebben. Er zijn vele geloven in Syrië en ze bestaan allemaal vredig naast elkaar omdat mensen er gewoon niet over spreken. Dan heb je ook geen spanningen. Dat er tussen Alawieten (de Islamitische stroming waartoe de presidentiele familie behoort) en de overige moslims (die de Alawieten als afvalligen zien omdat ze de 5 pijlers van de Islam niet onderschreven) wel degelijk spanningen zijn wordt doodleuk verzwegen. Weet de gids dat hij onzin vertelt of wil hij het zelf geloven? Of gelooft hij het echt zelf? In Libanon zwijgen ze als het onderwerp gevoelig wordt. In Syrië vertellen ze sprookjes.

Het schijnt dat er de avond van onze aankomst een Hamas leider in Damascus is vermoord (autobom). Het Syrisch artikel in een zogenaamd gerenommeerde Engelstalige krant is veelzeggend.

Eerst naar een heuvel gereden voor een mooi uitzicht over de stad. Op de parkeerplaats veel stelletjes druk aan het ‘praten’ met elkaar in hun auto. Stelt de o zo grappige Mohammed de Engerd voor dat ik vanavond met hem afspreek. Griezel.

Op naar het hotel. Tja. Zeldzaam troosteloos, shabby en slecht onderhouden. Bah. Ook al geen welkomstbriefje van Rosetta want de groep bleek pas die nacht aan te komen, maar dat hoorden we pas om 11 uur ’s avonds terwijl we om halfvijf aan waren gekomen.
Met Jacques en Anouk een geldautomaat gevonden, gemopperd dat we terugwilden naar Beiroet en een plek gevonden in de oude stad om te eten. Daar knapten we erg van op – heel gezellig en erg lekker eten. Toen we daarna nog een uurtje voor de moskee zaten om mensen te bekijken en bekeken te worden werd Damascus een stuk aangenamer. Het stinkt, het is af en toe (in de soek) vies en de mannen kunnen alleen op borsthoogte kijken, maar de vrouwen en vriendelijke mannen zijn erg vriendelijk en dit is wel meer ‘Arabisch’ dan Beiroet – in de zin van minder Westers. Niet veel, maar wel armoede (heel schrijnend mannetje dat voorbijliep met wegrottende voeten) en ook erg kleurrijk. Meer India nog dan Marokko qua sfeer, op het eerste gezicht.
Geëindigd op het dakterras van een hotel met uitzicht op het grote plein en ons hotel. We dachten een biertje besteld te hebben, maar dat bleek alcoholvrij frambozenbier te zijn, plus nootjes getrakteerd door de sjeik die tegenover ons zat, lurkend aan zijn waterpijp. Al met al zijn we in de 112 kilometer van Beiroet naar Damascus 112 jaar terug gegaan in de tijd en beland in 1001 Nacht.

donderdag, oktober 21, 2004

En maar bouwen...

Zaterdag 25 september
Vandaag eindelijk een ‘vrije dag’ om te doen wat we zelf willen. Uitgeslapen tot 9 uur, ontbeten en gewandeld naar het oude centrum van de stad. Deels nog in puin, deels behoorlijk gerestaureerd en mondainer dan Amsterdam. Over een jaar of 10 zal Beiroet zich zeker kunnen meten met steden als Rome of Parijs. Alleen wrang dat het te duur is voor de gewone Libanees. Belofte vertelde gisteren al dat Beiroet altijd al een dure stad is geweest en Libanon op de oliestaatjes na het duurste en rijkste land van het Midden Oosten is geweest – het enige verschil met de periode vóór de burgeroorlog is dat de salarissen minder zijn gestegen dan de kosten. Bijkomend probleem is dat er veel goedkope arbeidskrachten uit Syrië en Egypte worden gehaald die de lonen nog meer drukken.
Op dit moment bestaat Beiroet voor een groot deel uit winkels en kantoren – er blijken niet al te veel mensen te wonen en aan de nieuwbouwprojecten te zien wordt dit alleen maar erger. Sinds de burgeroorlog is het ook geen populaire stad meer om te wonen en is het aantal forensen toegenomen.
Ik weet niet of ik het een mooie of sfeervolle stad vind, maar ik heb bewondering voor de voortvarendheid waarmee de stad opnieuw opgebouwd wordt. Vanmiddag op de boekenafdeling van Virgin zagen we oude foto’s van de verwoestingen – het is slechts 15 jaar sinds het einde van de burgeroorlog en er is al veel veranderd. Heel grappig dat je veel half afgemaakte gebouwen ziet of nog half verwoeste gebouwen. Als je je geld maar één keer uit kunt geven bouw je liever iets nieuws dan eerst de boel af te breken, denk ik.
Door het hyper chique deel van de stad gelopen (PC Hooftstraat winkels), cappuccino gedronken op het zwaar bewaakte plein bij het parlementsgebouw. Lekker zo’n kopje koffie met al die geweren om je heen. Nog enkele historische ruïnes uit de Romeinse tijd (of zo) bekeken. Dat was eigenlijk al een aardige wandeling al met al. Vervolgens via de Corniche (langs de Middellandse Zee) teruggelopen naar ons hotel.
Rond 3 uur lagen we bij het mini zwembad (mini = 2x3 meter, maar wel lekker koel!) en wat heerlijk om zo te kunnen ontspannen.
De afgelopen dagen toch veel indrukken opgedaan – meer dan ik had verwacht. De impact van een oorlog, de spanningen tussen bevolkingsgroepen, het is hier allemaal zichtbaar aanwezig. Daarnaast super, super aardige mensen. Mannen staren wel, maar niet vervelend, en iedereen zegt bonjour of is behulpzaam.
We gaan zo nog wat drinken met Jacques en Anouk en dan lekker wat eten. Dit dagje had ik echt nodig!

(voetnoot: helaas was het jazzcafé waar we wilden eten al helemaal vol, maar niet minder genoten van het eten bij een restaurantje genaamd Istanbulli. Jacques en Anouk gingen nog de stad in, wij hebben in stijl afgesloten bij Bashir, die helemaal ontdaan was toen hij vernam dat we moeder, dochter en nicht waren. Dan had hij zich anders gedragen zei hij – terwijl hij zich ontzettend keurig gedragen heeft!! Arme jongen… Toen we afscheid namen zei Marjan iets tegen hem in de trant van dat hij het wel zou redden als barman, waar hij zichtbaar van opfleurde. Eerlijk is eerlijk, hij had inderdaad de flair van een goede barman en het was enorm gezellig daar in de pub. Ook even leuk gesproken met een van de assistent-barjongens, een Nepalees die 3-4 jaar geleden naar Beiroet was gekomen omdat er voor hem in Nepal geen toekomst was. Jeetje, dan zit je dus opeens in Libanon! Even kort gesproken over de plaatsen die wij in Nepal hadden bezocht, was wel even leuk. Eigenlijk was iedereen er wel gezellig, behalve natuurlijk de gladde Cypriotische vertegenwoordiger van Herbalife. Wat een engerd!)

zondag, oktober 17, 2004

land vol Belofte

Vrijdag 24 september
Zoals we al verwacht hadden, had onze gids van gisteren (Naïef) niet aan de agent doorgegeven dat we – zoals op ons programma staat – vandaag naar Byblos wilden zodat we zaterdag nog als vrije dag in Beiroet overhouden. Basil, José en Jackie gingen ’s ochtends naar Tripoli, daarna door naar de Cederbossen en het plaatsje Becharree. Wij vonden het prima om met hen mee te gaan, maar wel eindigend in Byblos. Jammer dat dat veel gehaast zou zijn, dat krijg je als je twee groepen probeert te combineren.
Onze gids voor vandaag (Waït – betekent belofte in het Arabisch) oogde in ieder geval vriendelijker en intelligenter dan Naïef en deed duidelijk z’n best het ons naar de zin te maken.
Op naar Tripoli waar we 1,5 uur zouden hebben in de oude stad i.v.m. het vrijdaggebed en het vroeg sluiten van de souk. Tripoli is een zeer oude stad, al bewoond sinds de Phoenicische tijd. Het heet Tripoli omdat het een havenplaats was bevolkt door inwoners van Sidon, Tyre en Awad. Tegenwoordig is de driedeling niet langer etnisch maar economisch: super rijk (aan zee), middenklasse tot arm (de oude stad) en super arm (in de heuvels).

Wij hebben eerst de oude stad bezocht, beginnend bij de moskee die niet de oudste was maar wel een mooi voorbeeld van een moskee gecreëerd uit een eerdere kruisvaarderskerk en erg mooi van eenvoud. Niet bedoeld om te imponeren, zoals onze gids zei, maar een eenvoudige ruimte waar gebeden en bijeengekomen wordt. De gids (Maronitisch overigens) was hier haast drammerig over dat te veel moskeeën de verkeerde boodschap uitstralen (zoals de gigantische Hassan II moskee in Casablanca), terwijl je volgens de Koran overal kunt bidden als moslim (je hoeft niet naar de moskee daarvoor) en het daarom onzin is dat bijvoorbeeld in Europa, waar veel minder moslims wonen dan in de Arabische wereld, meer en grotere moskeeën gebouwd zijn. We moesten overigens blauwe smurfencapes om om als vrouw de moskee te bezoeken, waarbij opviel dat de gids mij hielp met de cape en niet de rest…
Vervolgens loopt Belofte naast me richting de souk en vraagt wat we vanavond gaan doen en of ik alleen met hem een drankje wil drinken. Enerzijds best vleiend, maar in een land als dit ook erg ongepast (tenzij hij echt serieus verliefd was, wat mij erg onwaarschijnlijk lijkt) omdat hij een paar minuten daarvoor had geraden dat Marina (die een paar meter voor ons uit liep) mijn moeder is. Hoe dan ook, netjes uitgelegd dat dat mij niet zo’n goed idee leek, maar helaas kreeg ik de rest van de dag extra aandacht. Niet heel, heel, héél vervelend, maar wel vervelend genoeg dat ik mij de rest van de dag heb moeten inhouden en hem constant aan mijn zij voelde. Als hij nou op een leuke manier aandacht aan mij had besteed, hadden we erom kunnen lachen, maar hij deed heel serieus terwijl hij het niet echt meende (getuige de afloop van de dag). Het was ook jammer omdat hij intelligent was en veel over het land kon vertellen, maar geen van ons allen kon echt ongedwongen met hem omgaan. Echt vervelend werd het overigens pas in de bus terug van Becharreee naar Byblos, toen hij continu een aanleiding vond om even zijn hand op mijn schouder te leggen of bij het koffiedrinken in Tripoli toen hij de hele tijd naar mij staarde. Verder er erg om kunnen lachen – kom je je Belofte tegen, wijs je hem af enz.

Maar goed, Tripoli zelf: door de souk gesjeesd want er was weinig tijd. Leuk om te zien maar door mijn Belofte niet echt optimaal van kunnen genieten. Man, staar me niet zo aan!
Toen per bus door naar een superdeluxe café met overheerlijk decadent gebak, gegeten onder volle aandacht van mijn Belofte. Wel erg veel gelachen met vooral José – heerlijk die Engelse humor. Teruglopend naar de bus zagen we een kleine brand op het balkon van een flatje. Het vuur werd geblust door de bovenburen en uiteraard kwam de brandweer pas toen het vuur al lang gedoofd was, maar het lijkt me ook nogal lastig om door al dat verkeer te komen!
Op naar het kruisvaarderskasteel (of was dat vóór het gebak?), dat best imposant was hoewel er nog maar weinig echt uit de tijd van Raymond van St Gilles was. Mooi uitzicht over de stad ook. Mijn Belofte vond het nodig mij een hand toe te steken bij de trappetjes. Zucht. Ik was hier meer bezig hem te ontwijken dan dat ik veel van het kasteel heb meegekregen.

Ruim anderhalf uur per bus verder naar de Ceders, de nationale boom van Libanon. Vroeger waren de heuvels vol cederbomen, nu staan er welgeteld nog 980 oude bomen. De vallei ernaartoe (Qadisha, ‘heilig’) was erg mooi – ruige bergwanden met haast Zwitserse dorpjes. Het gebied schijnt 100% Maronitisch te zijn met veel zeer welgestelde Libanezen die er met name ’s zomers wonen vanwege het koele klimaat. Ook de Patriarch van de Maronitische kerk heeft er zijn zetel.
En toen de ceders. Tja. In 14 minuten hebben we het pad rond de bomen gelopen. Joepie. Bijzonder niet indrukwekkend. Zoals Jackie zei "it feels like home!"
Gegeten in een cafeetje aan een tafel ver weg van mij Belofte maar hij kwam er vrolijk bij zitten. De aanhouder wint?
José, Basil en Jackie afgezet bij hun hotel in Becharree, waarna onze chauffeur (Peter R. de Vries lookalike) ons in Schumacher stijl naar Byblos reed onderwijl zijn spiegel verstellend zodat hij de benen van Marjan goed kon zien. Nog bijna een ongeluk gehad, waarbij bleek dat hij nogal een driftkikker is. Mijn Belofte zat achter me en vertelde dat hij ’s zomers toeristen rondleidt en van november tot april voornamelijk visserman is (in Byblos/Jbail).
We wisten dat we weinig tijd in Byblos zouden hebben, maar toch mooi om de ruines van verschillende beschavingen gedurende de laatste 8 eeuwen te kunnen zien bij zonsondergang. Zoals de Belofte zei, historici en archeologen kunnen de waarheid niet weergeven, alleen een interpretatie, maar de gegevens lijken te wijzen op continuë bewoning sinds 6000 v. Christus. Volledige reconstructie van de site is niet mogelijk omdat elke beschaving gebruik maakte van de brokstukken of gebouwen van de vorige bewoners. Erg mooi. Belofte probeerde nog de Nice Lady en sta-in-de-weg Marina neer te donderen in een grot terwijl hij uiterst charmant mij een hand gaf en de rest aan hun lot overliet in het pikkedonker (‘I’m not a dangerous guy’).

Wij vervolgens op naar een welverdiend biertje op een terras terwijl de Belofte ondertussen zijn troost vond bij een chique Française die later met ons mee terugreed naar Beiroet. Weg Belofte. Loze Belofte.

In eten hadden we niet meer zo’n trek (het was al halfnegen) dus snel gedoucht en toen een erg geslaagde avond in the Duke of Wellington gehad, die stampvol zat. Genoten van de soap rondom Bashir (de barjongen) en het Italiaanse meisje dat stapelverliefd op hem was. Het kind was doodmoe en ladderzat, kon amper haar hoofd rechtovereind houden, maar genoot zichtbaar van de Tom "ik jongleer met flessen" Cruise acties van Bashar en ze dronk zelfs een cocktail genaamd 'brain damage' terwijl het overduidelijk was dat ze al genoeg hersenschade voor één avond had opgelopen. Marina had ondertussen lol gehad met een gezellige dronkaard die vroeg de groeten te doen aan Olga, the Queen of Holland. Zullen we doen!

Overigens, nog even terugkomend op de Belofte: een dag later is het mij al moeilijk voor te stellen wat er zo vervelend was, maar gisteren zat ik toch met de spagaat tussen duidelijkheid en beleefdheid. Je komt als westerse vrouw directer over dan wat ze gewend zijn en tegelijkertijd is er het beeld dat men heeft van westerse vrouwen. In een macho land als dit moet je oppassen de ego’s niet te krenken (Naïef had bijv. ook moeite om met de vrouwen in de groep te praten), zeker niet als de man in kwestie je gids is en je wilt dat hij zijn best doet om toch Byblos in het programma op te nemen. Daarnaast was het op zich een aardige man en kon je op zich prima met hem kletsen. Kortom, een ingewikkelde Belofte!

Marjan las 's avonds mijn horoscoop in de Avant Garde. Staat er dat ik op uitnodigingen in moet gaan. Ben ik blij dat ik dit pas na de Belofte lees! :-)