Vrijdag 24 september
Zoals we al verwacht hadden, had onze gids van gisteren (Naïef) niet aan de agent doorgegeven dat we – zoals op ons programma staat – vandaag naar Byblos wilden zodat we zaterdag nog als vrije dag in Beiroet overhouden. Basil, José en Jackie gingen ’s ochtends naar Tripoli, daarna door naar de Cederbossen en het plaatsje Becharree. Wij vonden het prima om met hen mee te gaan, maar wel eindigend in Byblos. Jammer dat dat veel gehaast zou zijn, dat krijg je als je twee groepen probeert te combineren.
Onze gids voor vandaag (Waït – betekent belofte in het Arabisch) oogde in ieder geval vriendelijker en intelligenter dan Naïef en deed duidelijk z’n best het ons naar de zin te maken.
Op naar Tripoli waar we 1,5 uur zouden hebben in de oude stad i.v.m. het vrijdaggebed en het vroeg sluiten van de souk. Tripoli is een zeer oude stad, al bewoond sinds de Phoenicische tijd. Het heet Tripoli omdat het een havenplaats was bevolkt door inwoners van Sidon, Tyre en Awad. Tegenwoordig is de driedeling niet langer etnisch maar economisch: super rijk (aan zee), middenklasse tot arm (de oude stad) en super arm (in de heuvels).
Wij hebben eerst de oude stad bezocht, beginnend bij de moskee die niet de oudste was maar wel een mooi voorbeeld van een moskee gecreëerd uit een eerdere kruisvaarderskerk en erg mooi van eenvoud. Niet bedoeld om te imponeren, zoals onze gids zei, maar een eenvoudige ruimte waar gebeden en bijeengekomen wordt. De gids (Maronitisch overigens) was hier haast drammerig over dat te veel moskeeën de verkeerde boodschap uitstralen (zoals de gigantische Hassan II moskee in Casablanca), terwijl je volgens de Koran overal kunt bidden als moslim (je hoeft niet naar de moskee daarvoor) en het daarom onzin is dat bijvoorbeeld in Europa, waar veel minder moslims wonen dan in de Arabische wereld, meer en grotere moskeeën gebouwd zijn. We moesten overigens blauwe smurfencapes om om als vrouw de moskee te bezoeken, waarbij opviel dat de gids mij hielp met de cape en niet de rest…
Vervolgens loopt Belofte naast me richting de souk en vraagt wat we vanavond gaan doen en of ik alleen met hem een drankje wil drinken. Enerzijds best vleiend, maar in een land als dit ook erg ongepast (tenzij hij echt serieus verliefd was, wat mij erg onwaarschijnlijk lijkt) omdat hij een paar minuten daarvoor had geraden dat Marina (die een paar meter voor ons uit liep) mijn moeder is. Hoe dan ook, netjes uitgelegd dat dat mij niet zo’n goed idee leek, maar helaas kreeg ik de rest van de dag extra aandacht. Niet heel, heel, héél vervelend, maar wel vervelend genoeg dat ik mij de rest van de dag heb moeten inhouden en hem constant aan mijn zij voelde. Als hij nou op een leuke manier aandacht aan mij had besteed, hadden we erom kunnen lachen, maar hij deed heel serieus terwijl hij het niet echt meende (getuige de afloop van de dag). Het was ook jammer omdat hij intelligent was en veel over het land kon vertellen, maar geen van ons allen kon echt ongedwongen met hem omgaan. Echt vervelend werd het overigens pas in de bus terug van Becharreee naar Byblos, toen hij continu een aanleiding vond om even zijn hand op mijn schouder te leggen of bij het koffiedrinken in Tripoli toen hij de hele tijd naar mij staarde. Verder er erg om kunnen lachen – kom je je Belofte tegen, wijs je hem af enz.
Maar goed, Tripoli zelf: door de souk gesjeesd want er was weinig tijd. Leuk om te zien maar door mijn Belofte niet echt optimaal van kunnen genieten. Man, staar me niet zo aan!
Toen per bus door naar een superdeluxe café met overheerlijk decadent gebak, gegeten onder volle aandacht van mijn Belofte. Wel erg veel gelachen met vooral José – heerlijk die Engelse humor. Teruglopend naar de bus zagen we een kleine brand op het balkon van een flatje. Het vuur werd geblust door de bovenburen en uiteraard kwam de brandweer pas toen het vuur al lang gedoofd was, maar het lijkt me ook nogal lastig om door al dat verkeer te komen!
Op naar het kruisvaarderskasteel (of was dat vóór het gebak?), dat best imposant was hoewel er nog maar weinig echt uit de tijd van Raymond van St Gilles was. Mooi uitzicht over de stad ook. Mijn Belofte vond het nodig mij een hand toe te steken bij de trappetjes. Zucht. Ik was hier meer bezig hem te ontwijken dan dat ik veel van het kasteel heb meegekregen.
Ruim anderhalf uur per bus verder naar de Ceders, de nationale boom van Libanon. Vroeger waren de heuvels vol cederbomen, nu staan er welgeteld nog 980 oude bomen. De vallei ernaartoe (Qadisha, ‘heilig’) was erg mooi – ruige bergwanden met haast Zwitserse dorpjes. Het gebied schijnt 100% Maronitisch te zijn met veel zeer welgestelde Libanezen die er met name ’s zomers wonen vanwege het koele klimaat. Ook de Patriarch van de Maronitische kerk heeft er zijn zetel.
En toen de ceders. Tja. In 14 minuten hebben we het pad rond de bomen gelopen. Joepie. Bijzonder niet indrukwekkend. Zoals Jackie zei "it feels like home!"
Gegeten in een cafeetje aan een tafel ver weg van mij Belofte maar hij kwam er vrolijk bij zitten. De aanhouder wint?
José, Basil en Jackie afgezet bij hun hotel in Becharree, waarna onze chauffeur (Peter R. de Vries lookalike) ons in Schumacher stijl naar Byblos reed onderwijl zijn spiegel verstellend zodat hij de benen van Marjan goed kon zien. Nog bijna een ongeluk gehad, waarbij bleek dat hij nogal een driftkikker is. Mijn Belofte zat achter me en vertelde dat hij ’s zomers toeristen rondleidt en van november tot april voornamelijk visserman is (in Byblos/Jbail).
We wisten dat we weinig tijd in Byblos zouden hebben, maar toch mooi om de ruines van verschillende beschavingen gedurende de laatste 8 eeuwen te kunnen zien bij zonsondergang. Zoals de Belofte zei, historici en archeologen kunnen de waarheid niet weergeven, alleen een interpretatie, maar de gegevens lijken te wijzen op continuë bewoning sinds 6000 v. Christus. Volledige reconstructie van de site is niet mogelijk omdat elke beschaving gebruik maakte van de brokstukken of gebouwen van de vorige bewoners. Erg mooi. Belofte probeerde nog de Nice Lady en sta-in-de-weg Marina neer te donderen in een grot terwijl hij uiterst charmant mij een hand gaf en de rest aan hun lot overliet in het pikkedonker (‘I’m not a dangerous guy’).
Wij vervolgens op naar een welverdiend biertje op een terras terwijl de Belofte ondertussen zijn troost vond bij een chique Française die later met ons mee terugreed naar Beiroet. Weg Belofte. Loze Belofte.
In eten hadden we niet meer zo’n trek (het was al halfnegen) dus snel gedoucht en toen een erg geslaagde avond in the Duke of Wellington gehad, die stampvol zat. Genoten van de soap rondom Bashir (de barjongen) en het Italiaanse meisje dat stapelverliefd op hem was. Het kind was doodmoe en ladderzat, kon amper haar hoofd rechtovereind houden, maar genoot zichtbaar van de Tom "ik jongleer met flessen" Cruise acties van Bashar en ze dronk zelfs een cocktail genaamd 'brain damage' terwijl het overduidelijk was dat ze al genoeg hersenschade voor één avond had opgelopen. Marina had ondertussen lol gehad met een gezellige dronkaard die vroeg de groeten te doen aan Olga, the Queen of Holland. Zullen we doen!
Overigens, nog even terugkomend op de Belofte: een dag later is het mij al moeilijk voor te stellen wat er zo vervelend was, maar gisteren zat ik toch met de spagaat tussen duidelijkheid en beleefdheid. Je komt als westerse vrouw directer over dan wat ze gewend zijn en tegelijkertijd is er het beeld dat men heeft van westerse vrouwen. In een macho land als dit moet je oppassen de ego’s niet te krenken (Naïef had bijv. ook moeite om met de vrouwen in de groep te praten), zeker niet als de man in kwestie je gids is en je wilt dat hij zijn best doet om toch Byblos in het programma op te nemen. Daarnaast was het op zich een aardige man en kon je op zich prima met hem kletsen. Kortom, een ingewikkelde Belofte!
Marjan las 's avonds mijn horoscoop in de Avant Garde. Staat er dat ik op uitnodigingen in moet gaan. Ben ik blij dat ik dit pas na de Belofte lees! :-)