2004: Libanon-Syrie-Jordanie

Manon gaat op reis en neemt mee...

zondag, december 05, 2004

"Do you like Aleppo?"

Donderdag 30 september
Dagje Aleppo. Niet al te vroeg opgestaan, rond 10 uur naar het postkantoor gelopen, toen naar de bank en daarna ISO 9001 gecertificeerde cappuccino gedronken ("we realise that quality is a never-ending journey") voordat we naar de soek wandelden. Volgens onze reisbegeleidster is dit een ‘soek voor gevorderden’ maar wij vonden het moeilijker de soek te vinden dan om erin te verdwalen!
Heel toevallig kwamen we al vrij snel bij de waterpijpsoek war Marjan en Marina erg mooie waterpijpen gekocht hebben. Het was gewoon een plaatselijk winkeltje (de eigenaar sprak geen Engels en wist zich geen goed raad met toeristen; afdingen zat er al helemaal niet bij) en we werden erg goed geholpen. Er werd zelfs voorgedaan hoe je de waterpijp in elkaar moet zetten zodat we niet straks met een bouwpakket zonder gebruiksaanwijzing zitten. Sterker nog, de andere aanwezigen in de winkel mochten niet helpen toen Marjan voor moest doen hoe ze alle losse onderdelen weer in elkaar schroefde!
Doorgeslenterd door de overdekte straatjes – een leuke sfeer, leuke winkeltjes, maar geen doolhof.
Tijd om wat te drinken maar we konden niks vinden en het was te heet om buiten te blijven, dus bij het dichtstbijzijnde toeristenhotel neergeploft buiten de soek. Opgeknapt na een cola, besloten we naar het park bij ons hotel te lopen om daar de ansichtkaarten te schrijven. Een beetje mank lopende jongen die niet helemaal 100% was haalt ons in en loopt voor ons uit. Bij het stoplicht staat hij ineens achter mij en net als ik wil oversteken grijpt hij mij in de billen en holt snel weg.
Wat een ongelooflijke griezel. Ik schrok enorm omdat het zo onverwacht was en hoewel het niet meer was dan een knijp in de billen voelt het toch als een aantasting van je integriteit, ook al klinkt dat zwaar uitgedrukt. De jongen was natuurlijk niet helemaal normaal en kan vast niet makkelijk een meisje vinden in dit land, maar wat is dit voor een gestoord gebied dat ze denken dat ze dit bij Westerse vrouwen kunnen doen?
Overdrijf ik? Nog geen half uur later overkomt Marjan precies hetzelfde (jongen met schaal met brood op zijn hoofd loopt ons tegemoet en knijpt in haar borsten). We waren nu iets beter voorbereid, dus deze jongen helemaal uitgescholden. Engerds.
En dan toch typisch Syrië: stapt een oudere heer af op Marjan en biedt uitvoerig zijn excuses aan voor wat er was gebeurd, dat hij het heel erg vond dat een van zijn landgenoten dit heeft gedaan.
Enigszins geschrokken in het park een leuk bankje in de schaduw gevonden, waar een tienerjongen vol hormonen gluurde naar de Avant Garde (wat een ‘sexy vrouwen’ toch in dat blad, maar niet heus). Hoezo seksueel gefrustreerd land?!
Op dit moment hadden we het echt helemaal gehad met Aleppo. Grauwe stad, geen klap aan en dan ook nog eens mannen die denken dat ze aan je mogen zitten, terwijl de vrouwen ons gewoonweg negeren. En dat terwijl we een lange broek en blouse met lange mouwen aan hadden!
En dan net als je niks leuks aan Aleppo kunt ontdekken, komt er een Koerdische vrouw naast je zitten met haar nichtje en drie kinderen. Helaas sprak zij geen Engels en is ons Koerdisch ook niet meer wat het geweest is, maar via gebaren heette ze ons welkom, gaf ons een handvol zonnebloempitten (nog met schil eromheen, dus dat eet niet handig) en nodigde ons uit om bij haar thuis te komen eten. Hadden we heel graag gedaan, maar aangezien we elkaar niet konden verstaan leek ons dat niet erg handig. Jammer, maar helaas.
Vervolgens kwam er een oud tantetje bij ons zitten (type keurig verzorgde Française met geruit rokje) en vraagt "do you like Aleppo?". Wij heel beleefd positief antwoordend, waarop zij verbaasd uitroept, "really? You like Aleppo? I hate it!". Nou wij ook dus. Toen werd het even wat ingewikkeld, want de Koerdische vroeg haar om wat zinnen te vertalen, terwijl dat tantetje al onze aandacht voor zichzelf wilde. Nog even met beiden gekletst en zodoende een prettige afsluiting van een verder waardeloze dag.
Naar het Baron’s Hotel gelopen voor een biertje en om bij te komen van de schrik van vanmiddag. Marina liep achter ons want hoe stom het ook klinkt, Marjan en ik voelden ons gewoon niet prettig met al die mannen om ons heen op straat. Iedereen ziet er dan verdacht uit en jongens of mannen die niet helemaal 100% leken liepen we met een enorme boog omheen.
Omgekleed en superchique (euh, voor vakantie begrippen dan) gewandeld naar het Beit El Wakil restaurant – we hadden nog wel een goede maaltijd verdiend! Heel leuk hoe het personeel ons herkende en echt een geweldige maaltijd weer gehad. Inclusief fles wijn, biertje, koffie en een toetje kwamen we op iets van 12 euro per persoon. Jammer dat we er geen foto’s hebben genomen want het zag er echt sprookjesachtig mooi uit!

Zwijgen in Hama

Woensdag 29 september
Uitgeslapen en rond halftien vertrokken naar Aleppo via een bedoeïenenhuisje, Homs en Hama.
Het bezoek aan het bedoeïenendorpje (bijenkorf-vormige lemen hutjes) was op zich een leuke uitruil (inkomsten voor hen als betaling voor de thee, een kijkje in een echt huisje voor ons) ware het niet dat onze gids wat neerbuigend deed.
Homs was ook niets bijzonders – gestopt voor de moskee waar wij drietjes niet in zijn gegaan, even kort gesproken met een paar dames die in de schaduw op een muurtje zaten en vervolgens een shaggie gerookt naast een dame in het zwart die ook aan het roken was. Als zij in het openbaar mocht roken, dan mochten Marjan en Marina dat ook.
Toen Hama, een plaatsje beroemd om zijn middeleeuwse waterraden die gebruikt werden om het omliggende gebied te irrigeren. Mooi om te zien maar vooral ook stuitend om foto’s en afbeeldingen van Assad bij deze noria’s te zien. In 1982 sloeg hij namelijk uiterst bloedig een opstand neer en liet zijn broer de stad bombarderen, met als gevolg dat niet alleen veel van de waterraden werden vernietigd en een aantal opstandelingen gedood, maar ook vele duizenden onschuldige mensen omkwamen. Hoe moet dat wel niet zijn voor het dorp dat er nu overal afbeeldingen van de verantwoordelijke vroegere president en zijn zoon hangen? Uiteraard vertelt onze gids hier niets over maar dat hadden onze reisgidsen ook al gemeld – iedereen weet het, niemand praat erover. Fijn, zo’n ontspannen sfeer waarin iedereen gewoon kan praten.
Geluncht onder het gekreun van een draaiende noria (typisch gerecht voor deze streek geprobeerd, lamsvlees met rijst in zure melk – geen aanrader!) en toen eindelijk doorgereden naar Aleppo.
Ik weet niet wat ik mij van Aleppo had voorgesteld maar het is vooral grauw. Grauw van al het stof en zand – zelfs de bomen zijn er niet echt groen.
Prima hotelletje, moe, dus even rondgelopen op zoek naar een internetcafé (niet gevonden) en toen per toeval terechtgekomen bij het restaurant waar we naar op zoek waren: Beit El Wakil, een voormalig Grieks Orthodox weeshuis in de Armeense wijk van de stad. Het restaurant bevindt zich in de voormalige binnenplaats van het weeshuis en ziet er gewoon schitterend uit. Zo mooi zelfs dat toen we de menukaart lazen en er geen prijzen op stonden, we erg bezorgd waren of we de maaltijd zouden kunnen betalen. Vijf-sterren bediening (stoel aangeschoven, water inschenken alsof het dure wijn is, zeer vriendelijke maar uiterst correcte bediening door maître d’s, kelners, hulpjes enz.) en ook nog eens erg lekker eten. En ja, zeer betaalbaar – een lachertje eigenlijk.

potatoes, tomatoes, cucumbers, parsley, lettuce, cabbage, beans...

Dinsdag 28 september
Vroeg op om rond halfacht te kunnen vertrekken naar Palmyra. Het blijkt dat we in Syrië naast de buschauffeur (vriendelijke besnorde man, Abu) ook begeleid worden door een echte gids – mogelijk omdat hij als tolk op kan treden bij controleposten en er daarom niet ter plaatse gidsen geregeld worden? Hoe dan ook, onze gids is tevens leraar en erg enthousiast. Hij heeft een boekwerkje voor ons gemaakt met informatie over Syrië en de plaatsen die we gaan bezoeken. Hij vertelt honderduit in de bus en is daarbij erg volledig, dus niet "Syrië kent intensieve landbouw" maar "in Syrië worden groentes gekweekt: kool, komkommer, tomaat, peterselie, citroenen, appels, bananen, aardappelen, bonen..."
Dit alles hoeft voor ons (M3) niet – waarvoor hebben we anders onze reisgidsen? – maar dat nog tot daaraantoe. Nog storender is wat hij vertelt. De drie uur van Damascus naar Palmyra was een lang propaganda verhaal – over hoe goed het Syrisch onderwijs is, over hoe zelfs in de oudheid de Syriërs zo geweldig waren (bijv. een compleet onbeduidende Syriër die in de 3e eeuw een paar jaar keizer van het half afgebrokkelde Romeinse Rijk was). Pas echt erg werd het met de recente geschiedenis. Heel veel over de Israëlische inmenging in Libanon maar niets over de rol van Syrië. Dat Ariël Sharon één keer door het Israëlische hooggerechtshof oorlogsmisdadiger is genoemd is reden om hem continu als the war criminal Sharon aan te duiden. De Eerste Golf Oorlog vond plaats toen Irak Iran aanviel met Amerikaanse inmenging aan beide zijden. Syrië was toen het enige land dat niet aan de zijde van Irak stond. Pas na afloop zei de rest van de wereld, "Syrië, onze excuses, jullie hadden gelijk". Syrië stelde na de Tweede Golf Oorlog (in het westen foutief de Eerste genoemd) voor dat alle landen in het Midden Oosten gezamenlijk vredesafspraken met Israël zouden maken. Dit omdat ze toen voor het eerst aan dezelfde kant als Israël stonden. Dat was toen ook gelukt behalve dat Arafat een verrader was, evenals later koning Hussein van Jordanië. Enzovoort. Het ging maar door.
De vraag is natuurlijk of hij dit zelf ook gelooft of gedwongen wordt om dit te vertellen. Denkt hij, of denkt de regering, dat ze westerse toeristen kunnen hersenspoelen?
Op een gegeven moment zei hij nog net niet dat het enige land dat deze wereld nog kan redden Syrië is, maar veel scheelde het niet.
Enerzijds interessant om te horen wat hier het officiële verhaal is, anderzijds bijzonder onaangenaam om ernaar te moeten luisteren en je te realiseren dat een houding als deze nooit tot echte vrede in het gebied kan leiden.
Nog één voorbeeld omdat het me zo dwars zit. Napoleon is Nederland in 1800 binnengevallen. Tijdens een rondleiding door NL zal dit eenvoudigweg als historisch feit gepresenteerd worden. Vergelijk dat met de emotie (haat) die gebezigd wordt als de gids vertelt dat Franrkijk Syrië in de jaren ’20 verraden heeft en ten onrechte Groot Syrië heeft opgesplitst in Syrië, Libanon en Irak. Natuurlijk is het Syrische verhaal recenter, maar dan nog is de hoeveelheid emotie verontrustend.
Maar goed, we waren op weg naar Palmyra, waar zich oude Romeinse en Palmyreense opgravingen/ruïnes bevinden. Aan het eind van de ochtend de grafkelders en de tempel van Bel bezocht. Op zich niet onaardig maar het was veel te heet om er echt van te genieten en de gids was erg irritant, dus die probeerden we te vermijden. We toen toch liever alles in eigen tempo dan verplicht datgene bekijken wat de gids je voorschotelt. Voor mijn part mis ik een detail of feitje – laat mij gewoon lekker sfeer proeven!
’s Middags bijgekomen in het hotel en daarna geluncht aan de rotonde van het dorp. Palmyra is een echt woestijnstadje: rechte straten, veel stof, veel toeristenwinkeltjes en restaurants en compleet sfeerloos. Wel erg leuk op de rotonde gezeten, vooral toen twee Nederlandse mannen binnenkwamen van de Ronde Tafel (de jonge Rotary) die een combinatie wereldreis-financiering van goede doelen voor kinderen ondernemen. Ze zijn op 6 mei in China begonnen waar ze bij de gratie gods twee projecten mochten doen (want verder is China natuurlijk helemaal perfect). Toen doorgereisd naar Nepal, India, overgestoken naar Dubai, Oman, Jemen, Saudi Arabië, Jordanië en nu Syrië. Steeds in contact met de lokale bevolking plaatselijke projecten gefinancierd zodat het geld ook echt terechtkomt waar het hoort en projecten hopelijk langer in stand gehouden worden. Het woord Jemen was overigens nog niet genoemd of we vroegen ze honderduit over het land, waar de ene man vol enthousiasme over vertelde. Erg leuk!
Een van de mannen van het restaurant (met erg mooie ogen) gaf ons vervolgens een kopje koffie 'on the house' en zei dat als we vanavond terugkwamen we een kopje bloementhee konden drinken wat speciaal uit deze regio was.
Nog wat op de hotelkamer afgekoeld en de zonsondergang bekeken op de ruines van Palmyra. Aardig, maar niet bijzonder. Wel erg leuk was dat we twee kamelendrijvers tegenkwamen – of beter gezegd, twee bedoeïenen die toeristen op kamelen laten rijden. Het was geen punt dat we niet op de kamelen wilden zitten en we werden uitgenodigd om na de zonsondergang een kopje thee mee te drinken. Dat hebben we dus ook gedaan, niet te lang want ze zijn zo gastvrij dat ze niet zullen zeggen dat ze een lange werkdag hebben gehad en ook naar huis willen. Dus lekker even gezeten, genoten van de rust en toen op ons meest beleefde manier het derde kopje thee afgeslagen zonder hun gastvrijheid te beledigen. Je blijft soms maar 'thank you' zeggen!
’s Avonds rondgekeken voor een leuk restaurant maar dat was er niet, dus eerst een biertje gedronken bij een op zich leuk binnentuintje. Alleen jammer dat onze ober het nodig vond te zeggen dat hij met ons wilde trouwen en maar niet ophield over het onderwerp te praten. O wat grappig dat hij bedoeïen is en met meerdere vrouwen mag trouwen. Zucht.
Daar dus maar niet gegeten en toch maar bij de rotonde beland. Spaghetti gegeten, prima maagvulling, en na ons kopje koffie vroeg de man met de mooie ogen of wij de bloementhee wilden drinken die hij ’s middags had aangeboden. We konden het op het terras drinken of in de koele hoteltuin. Dat laatste klonk erg verleidelijk en hoefde hij geen twee keer te vragen! Wat wij niet wisten is dat we achter hem aan zouden lopen door onverlichte straatjes. Op een gegeven moment werd duidelijk dat hij bedoelde het stukje tuin in de oase – iedere bewoner in Palmyra heeft een stukje palmtuin. Het lag alleen wel erg verlaten, dus toen hij doorhad dat we ons daar ongemakkelijk bij voelden stelde hij voor om in de tuin van zijn oom plaats te nemen, dat nog net aan het eind van een normaal stuk straat lag. Toen we twee jongetjes in de tuin zagen spelen voelde het weer vertrouwd en veilig aan. Achteraf vraag je je af waarom je zo wantrouwend bent geweest, maar drie vrouwen alleen in het donker is normaal gesproken niet echt om aan te raden.
Los van het lastige van de grenzeloze gastvrijheid ("leuk dat we hier nu kamille thee drinken maar hoe komen we hier straks weg?") was het erg geslaagd. Hij liet ons zien dat achter het huis noten gebrand worden (pistache en zonnebloempitten) en dat in de tuin onder andere granaatappels en druiven groeien. Op een gegeven moment hadden we een stilleven op tafel liggen dat niet zou misstaan in een duur interieurtijdschrift (oude tafel, tros druiven, vers geplukte granaatappels en schaal met noten) dat echter niet op de foto is gezet omdat onze gastheer per se een foto van óns wilde nemen. Ach ja.
We hadden de twee jongetjes ansichtkaarten van NL gegeven die ze erg mooi vonden maar ook meteen wilden teruggeven omdat ze hadden geleerd niet zomaar cadeaus aan te nemen – keurig opgevoed dus. Dit in tegenstelling tot de gehaaide jongetjes die bij de toeristische trekpleisters staan in Palmyra.
Nog wat gekletst en na het tweede kopje thee en wat gesprekken over de geneeskrachtige werking van planten (en kamelenmelk) beleefd gezegd dat we vroeg op moesten staan de volgende dag. Wat jammer toch dat je je in dit land continu bewust bent van het feit dat je vrouw bent en dus dit soort uitnodigingen eigenlijk niet hoort te aanvaarden.

vrijdag, december 03, 2004

Brokaat, glas en Hassan van Duin

Maandag 27 september
Dagje Damascus. Lekker dagje Damascus zelfs!
’s Ochtends op zoek gegaan naar de glasblaas- en brokaatfabriek waar Marina over gelezen had in het boekje "" Te Gast In...". Die lagen beiden aan de andere kant van de oude stad, dus op zoek gegaan naar Straight Street omdat dat ons de handigste route leek (in plaats van dwalen door de leuke steegjes van de souk). Het was stik heet en omdat we in eigen tempo konden gaan, eerst gestopt voor een kopje koffie op een leuk pleintje aan het begin van de stad. Gezeten in het enige strookje schaduw, nog steeds bloedheet, en via hoofdknikken en gebaren een beetje contact gelegd met twee dames die bij ons kwamen zitten.
Wij dachten effe naar de andere kant te lopen, maar het was al met al toch nog een aardige wandeling, waarbij we allerlei winkels tegen kwamen die we ‘later’ nog zouden bezoeken. Eindelijk de oostelijke stadspoort bereikt en toen kwam de reisgids goed van pas, want de brokaatfabriek lag echt in een afgelegen steegje in een soort industriegebied met ongeasfalteerde paden. Een buurt waar je anders als toerist nooit naartoe zou lopen. Het was allemaal wat vaag, maar gelukkig kwam er een jongen aan die Engels sprak en de kleinzoon van de oprichter van de fabriek bleek te zijn. Hij gaf ons een rondleiding door de fabriekshal en liet zien hoe van ruwe zijde garen worden gesponnen en uiteindelijk de meest prachtige stoffen gewoven worden. De patronen van de weefgetouwen zijn ponskaarten dus de machines werken als een soort draaiorgels. De reisgids had vermeld dat de werknemers allemaal 65+ zijn en dat klopte aardig. Echt winstgevend schijnt het allemaal niet meer te zijn, maar ik hoop dat het ze lukt dit in stand te houden al is het maar voor het cultureel erfgoed. Erg leuk om er rond te lopen, vooral ook omdat iedereen heel vriendelijk was en je vrij uit foto’s kon nemen.
In het kantoortje vertelde de kleinzoon dat hij in Cambridge had gestudeerd (of was het Oxford?) en dat de fabriek onder meer stof leverde aan Harrods. Ze hadden ook stof geweven voor de trouwjurk van koningin Elizabeth. Marina heeft een lapje gekocht waarvan ze nog niet precies weet wat ze ervan gaat maken, zelf vond ik het allemaal vooral erg kunstig maar mooi is anders.
Het steegje uit en weer een paar andere vage steegjes in, totdat we voor de deur stonden van de glasblaasfabriek. De grote fabriek staat elders, dit was meer een locatie waar ze toeristen konden laten zien hoe de glazen worden geblazen. Ik vraag me alleen af hoe vaak hier toeristen komen, want het adres staat niet in de gewone reisgidsen en de locatie oogt in eerste instantie weinig toegankelijk. Ook hier werden we hartelijk welkom geheten en konden we plaatsnemen op bankjes, met uitzicht op twee glasblazers aan het werk bij snoeihete ovens, terwijl het buiten ook al niet te harden was. Leuk detail: boven op de ovens stonden glazen kruiken met water zodat er altijd verse thee gezet kon worden. Kijk, da’s nou efficiënt. Alle producten worden van kringloopglas gemaakt, die gesorteerd en gebroken wordt door een nogal triestig uitziende vrouw. Per maand een andere kleur glas en de producten varieerden van schitterende glazen tot protserige ijscoupes en kroonluchters. Terwijl wij lekker van onze thee genoten, kocht een Libanese Amerikaan de halve winkel leeg. Nou ja, wij hebben ook 3 sets mooie glazen gekocht!

Vervolgens terug de souk in en heerlijk geluncht in de christelijke wijk. Doorgewandeld naar de grote (Omayyaden) moskee. Daar werd ons hele mens-zijn van ons afgenomen en mochten we als persoonlijkheidsloze wezens in grijze habijten rondkijken. We zijn geen van drie echt gedweeë types en gecombineerd met de hitte werden we nogal opstandig van onze synthetische capes. De wijze waarop de doeken die ons voor de mannen moesten verhullen werden toegesmeten hielp ook niet echt om ons milder te stemmen. Toch grappig dat contrast tussen de super aardige gewone mensen die je tegenkomt en dan snauwerige en vervelende officials – politiemannen die je met hun ogen uitkleden versus Iraanse toeristes in het zwart die de hotelportier vragen om in het Engels te vertalen dat ze ons welkom heten. In het algemeen komen mensen enorm nieuwsgierig over en hun vriendelijkheid voelt oprecht.
’s Avonds met de hele groep gegeten. Niet echt veel contact gemaakt of namen onthouden. Iedereen behalve wij, Jacques en Anouk, ging om halfelf weg, wij bleven voor de entertainment: muziek, derwish danser, en het Hassan van Duin cabaret. De Syriërs om ons heen lagen in een deuk om Hassan (gekleed als gesluierde vrouw met cola blikjes voor borsten, als sjeik, als negerin, ha ha wat een lol). Wij zaten op een verhoging met ongeveer 15-20 anderen: 5 dames uit Jordanië, zeer elegant gekleed, sommigen met sjaals om en allen zeer vriendelijk en volop aan het genieten van hun idool ("hij keek naar me!!!"); achter in de hoek een Syrisch gezin met ordinair geklede tienermeiden (te strakke truitjes en broeken, geblondeerd haar – een blik van verstandhouding werd hierop uitgewisseld tussen ons en de Jordaanse dames); en links van ons twee mannen met in totaal drie geheel gesluierde dames die zeer ingewikkeld aten omdat ze steeds het flapje stof voor hun gezicht moesten optillen. Geen idee of zij van de entertainment genoten – wat vinden zij van zo’n cabaret act over de wulpse kleding die ze onder hun zwarte lappen aan zouden hebben? Voelen zij zich in de maling genomen?
Marina en Marjan genoten van de waterpijp (met appeltjestabak) en zo hebben we nog een tijdje doorgebracht. Geen idee waar de cabaretier het over had, maar een deel van het publiek lag in een deuk en reageerde als gillende tieners op een superster. Mohammed de Engerd was er ook bij maar kwam gelukkig niet bij ons zitten.
Rond halféén vertrokken, komen we op straat en groep zwaardmannen tegen in klederdracht, die bezig waren promotie foto’s te maken. Dus wij willen foto’s van hen nemen, willen zij ons op de foto nemen! Erg veel lol dus en wie weet eindigen we ergens op een "welcome to Syria" campagne.